Fictieve woorden

J-Walk

Hij nadert een kruispunt. Stopt om over te steken. Het lijkt een onmogelijke opdracht in deze stad van razende mensen met te weinig tijd. En stoplichten. Waarom zijn er in hemelsnaam stoplichten als toch niemand stopt?
Aan de overkant staan er mensen die zichzelf afvragen hoe ze de straat kunnen overgeraken.
Hij kijkt ze aan.
En plots tussen al die mensen, die ene blik die blijft staren in zijn ogen, lijkt vastgelijmd. Een ogenblik lang. Een seconde, een eeuwigheid. Ookal is de straat zo breed en de afstand zo groot, en ziet hij enkel een paar ogen, hij is er zeker van dat als hij die ogen terugziet, hij ze zal herkennen.
De vrouw wiens ogen hij ziet, glimlacht even, en rukt zich dan los uit de betovering. Slaat haar ogen neer, draait zich om en besluit een andere weg te nemen, aarzelt even tussen links en rechts. Besluit dan dat links haar het snelst zal brengen waar ze heen wil en vertrekt. Met een aktetas onder haar arm en een gsm die rinkelt.
De man staart haar na. Besluiteloos. Onzeker.
Een seconde te lang, de eeuwigheid voorbij.
Hij weet het zelf, hij doet het weer, alles aan hem voorbij laten gaan.
In plaats van te springen naar het onbekende, te kiezen voor die verdomde zekerheid, die hij intussen zo haat. Als hij ‘s avonds in zijn bed kruipt en denkt dat hij alles heeft, een dak, een auto, een gsm, een computer, een job, een status in deze maatschappij, dat hij zich gelukkig mag prijzen want ‘denk maar eens aan al die arme kinderen aan de andere kant van de wereld’, weet hij diep in zijn binnenste wat hij mist. Passie.
Dat alles denkt hij in die ene seconde te lang, en in volgende seconde gaat een rest van gedachten aan hem voorbij, zijn zorgeloze jeugd waar hij zo naar verlangt. Heel even weer klein te mogen zijn en niet hoeven na te denken. Te zeggen, ik ben moe en gaan slapen. En verdrietig omdat er een ‘pijntje’ is en mama die al die ‘pijntjes’ overkust en zegt dat hij de liefste jongen van de hele wereld is.
Waarom is hij zich nooit gaan volwassener voelen? In zijn hart dezelfde onzekerheden van vroeger, dezelfde twijfels. En hij die dacht dat dat alles zou voorbij gaan als hij groter werd.
Drie seconden verder.
Als hij ontwaakt uit zijn gedachten, is de vrouw verdwenen, de auto’s blijven razen, en de stoplichten verspringen van kleur als de lampjes in een kerstboom. De voorbijgangers duwen hem bijna mee de stroom in.
Maar hij wil de andere kant op, besluit hij. Het is nooit te laat.
Hij rent het kruispunt op.
Dwars. Alle auto’s remmen.

One thought on “J-Walk”

  1. chris says:

    alsof je met me meeleest*.
    Het verloren evenwicht, een ‘Silberblick’, die bliksemflits die je compleet van de wijs brengt waardoor je niet langer nuchter nadenkt en zweeft. Tot een stoplicht je halt toeroept en je het kruispunt toch maar niet oversteekt.
    Gelukkige verjaardag Ine!
    *Muzen en titanen, Laszlo Földenyi, Atlas

Comments are closed.