Je woorden grijpen me
bij de keel. Drukken als vingers
op mijn adem en versmachten
al mijn gedachten.
Langzaam laat je me
los, en terwijl de laatste aanraking
nog tintelend een afdruk achterlaat,
weet je jezelf te laten verdwijnen.
Ik snak naar lucht
slik het in, en drink de nacht
die me smachtend achterlaat.
De bomen wuiven vaarwel.