In ons huis woont er een vis.
Hij zwemt vierkantjes in een te kleine bokaal.
Voor de zoveelste keer weerklinkt hetzelfde lied uit de boxen.
Alsof er in onze muziekgeschiedenis maar 57 mooie liedjes bestaan.
Radio maken lijkt me niet moeilijk.
Het druppelt tranen in zijn hart. Maar hij kan niet denken.
Achter zijn glazige ogen ligt niets dan leegte en onwetendheid.
De klokken luiden maar het tijdperk blijft hetzelfde. De eenzaamheid ook. Alleen het water wordt viezer.
In zijn wereld bestaan er geen tv’s, geen morgen en geen vandaag, geen onverwacht bezoek, geen mooie schoenen om te kopen.
In de glans van het glas schrikt hij van de uitvergrote weerspiegeling. Hij gaat voor zichzelf op de vlucht.
Hij zwemt zichzelf verloren.