Een vriend vroeg me ooit of ik nooit heimwee heb.
Ik dacht van niet.
Die zeldzame dagen sluit ik mijn ogen, en wandel in de bibliotheek in mijn hoofd. Open alle boeken die ik heb geleefd. Alle kleine verhalen. Momenten. Monumenten.
Ongelooflijk hoeveel ongeschreven pagina’s er opgeslagen zijn in een hoofd. Foto’s zonder negatieven, toch ingebrand. Geuren. Flashbacks.
Slenterend langsheen de boeken, trekt mijn vinger strepen op hun bestofte ruggen.
Vannacht wil ik het stofje zijn in jouw oog, dat jou doet stoppen voor een ogenblik. Om me weg te vegen. Om tranen te laten, te vloeken, te glimlachen.
En nadat je me hebt weggeveegd, zie je de wereld weer helder.
Jij bent een boek in mijn bibliotheek. Vannacht opende ik het.
Lege pagina’s wachtend op een verhaal.
Je gezicht is niet meer dan een paar contouren, een paar lijnen.
Ik weet niets behalve de letters van je naam, een plaats en een paar zinnen.
Is dat hoe alle verhalen beginnen?
smara ratih says:
*slik* zo mooi